back / next

Kunstbeeld, 6/2002, Kunstwereld VI

Rob Perrée:

De schoonheid van rauwe flitsen

Sevcuk (1972) is tien jaar geleden naar Nederland gekomen. Hij is Bosniër van geboorte. Hier heeft hij zijn opleiding gevolgd, hier heeft hij zijn eerste kunstwerken gemaakt, hier heeft hij zo goed en zo kwaad als dat ging een plek veroverd. Zijn videowerk gaat niet letterlijk over Bosnië of over zijn achtergebleven familie, het gaat over een man in wiens leven herinneringen logischerwijs een grote rol spelen en die meer dan gemiddeld bezig is met taal, herkomst en identiteit. Hij mag dan goed Nederlands spreken, een Nederlander is hij niet.

Sevcuk's videotapes zijn collages van beeldfragmenten. Het lijkt net alsof hij restanten van opnames op een willekeurige manier achter elkaar heeft geplakt. Die rauwe vorm wordt nog versterkt, doordat hij meestal in zwart-wit werkt en doordat hij de fragmenten met stukken zwart aan elkaar 'plakt'. Die ogenschijnlijke willekeur, die schijnbare chaos blijkt een doordacht concept. In 'Looking for the Rebels' (2000) heeft hij de videocamera uit zijn raam gericht, zodat hij de alledaagse gebeurtenissen rondom zijn woning kan registreren. Opbouw, script of plan lijken te ontbreken. De beelden zijn echter veel meer dan een één-op-één-registratie. Ze zijn suggestief versneden. Soms herhalen ze zich waardoor ze het natuurlijke tijdsverloop onderuithalen. Soms zijn ze licht vertraagd. Ze zijn vrijwel altijd onaf. Soms geeft het toegevoegde geluid ze een andere inhoud en soms verstoren ze onverwacht en onlogisch de tot dan toe opgebouwde perceptie. Opeens schuiven de beelden van een zelfmoordslachtoffer tussen die van toevallige passanten, overvliegende vogels en spelende kinderen. Door die onverwachte gebeurtenis wordt registratie tot verhaal. De technische ingrepen in het materiaal zijn posthuum narratieve vooruitwijzingen geworden. De speelse titel krijgt een navrante bijsmaak.

In 'Beyond Language' (2002), het werk dat hem terecht de Prix de Rome opleverde, past hij dit procédé op een briljante manier toe. Opnieuw lijk je als kijker geconfronteerd te worden met een container van losse fragmenten. Alsof de kunstenaar naar zijn vaderland is teruggegaan en daar volkomen willekeurig, lukraak, beeldmateriaal heeft verzameld. Beter nog, stukjes beeldmateriaal. Meer dan zijn andere werken laat deze tape van een half uur zien, dat Sevcuk's creatiefste proces zich achter de snijtafel voltrekt. Korte dialoogjes met familieleden worden versneden met amateuristisch ogende opnames van hun directe omgeving. Kamers, de tuin, de bossen in de buurt. De gesprekjes blijken geënsceneerd. Ze 'spelen' met de taal en de herkomst van de personen. Het probleem Bosnië in een subtiele gedaante. De trillerige, breekbare opnames zoomen in op details en maken zo grote emoties navoelbaar, zonder dat ze ontsporen. De fragmentarische opbouw doet herinneringen recht. Die duiken immers niet in volzinnen en afgeronde anekdotes op. Toegevoegde geluiden, poëzie citaten, vertragingen en herhalingen zorgen opnieuw voor een suggestieve ondertoon. Aan het eind valt de puzzel in elkaar en begrijp je waarom je met ingehouden adem hebt gekeken.

Het werk van Igor Sevcuk beweegt zich tussen realiteit en fictie. Daardoor ontsnapt het aan het gewenningseffect van documentaire (journaal) beelden. Bovendien brengt het een letterlijke, persoonlijke problematiek naar een universeel niveau. Iedereen die zijn land heeft moeten achterlaten kan er zich moeiteloos in herkennen. De rauwe uitstraling voorkomt elke esthetische afleiding en zorgt zo voor een volstrekt authentieke schoonheid.